Pluk had een klein rood kraanwagentje. Hij reed er mee door de hele stad en hij zocht naar een huis om in te wonen. Af en toe stopte hij. En dan vroeg hij aan de mensen: 'Weet u niet een huis voor me?' Dan dachten de mensen even na en zeiden: 'Nee' Want alle huizen waren vol
Eindelijk reed Pluk naar het park. Hij zette z'n wagentje tussen twee bomen en ging op een bankje zitten.
 

Met deze woorden begon mijn leescarrière. Ik herinner mij bitter weinig over de boeken die mij werden voorgelezen, maar om de een of andere reden is Rupsje Nooitgenoeg mij tot op de dag van vandaag haarscherp bijgebleven. Kwam het door te tekeningen? Door het verhaal? Geen idee, maar ik heb mijn ouders talloze malen gevraagd om het verhaal van de Rups die steeds maar meer at te horen te krijgen. Ik denk dat het te maken heeft met de (voor een kleuter natuurlijk) onwaarschijnlijk spannende ontknoping van het verhaal. Gebaseerd op waargebeurde feiten dan nog!


Mijn ouders lazen veel en graag voor, en als ik op zolder kijk kom ik boeken tegen die onmiddellijk een belletje doen rinkelen in mijn hoofd. Pluk van de Petteflet bijvoorbeeld. Jongens toch, wat een briljant boek is me dat toch. Telkens ik dat boek ergens zie staan of iemand erover hoor spreken voel ik me vanbinnen een beetje warmer omdat het een boek is dat mijn kleuterjaren zo beïnvloed heeft. In de derde klas las juf Tine ook elke namiddag een hoofdstuk uit het spannende leven van Pluk voor. Met open mond zaten we dan te luisteren naar de vele belevenissen. Mijn grote droom was om, net als de familie Stamper, heel het huis vol te leggen met matrassen en er zo een speelparadijs van te maken. Helaas is het bij dromen gebleven, want mijn ouders wensten aan zulke wansmakelijke praktijken niet deel te nemen.
Ik zal ook nooit de helaas ter ziele gegane uitgeverij Artis-Historia vergeten. Dankzij hun puntenverzamelsysteem lig ik thuis nog steeds met een stapel boekjes die mijn eerste en tweede leerjaar ferm opvrolijkten. Zo ligt naast mij momenteel het boek Blauwe Bloep. Een prachtig verhaal over hoe Mip Mosmuis aan allerlei vieze dieren probeert te ontsnappen. Het was een van mijn favoriete verhalen, en ik denk dat ik hier mijn voorliefde voor griezelverhalen, zombiefilms en zware horror in heb gevonden. Natuurlijk las ik niet enkel boeken als kind, maar ik verslond ook films. Toentertijd was er nog geen sprake van digicorders, blu-rays, streaming en noem maar op. Nee, in die tijd moest ik nog vragen of ik videocassette (films waren enkel voor als het regende, want als het mooi weer was moest er – terecht – buiten gespeeld worden) uit de kast mocht halen en anderhalf uur lang de televisie mocht inpalmen. Het waren dan ook steevast dezelfde films die achter het klepje verdwenen. Ik vermoed dat ik ‘De Leeuwenkoning’ en ‘De Aristokatten’ een miljoen keer heb bekeken. Later kwam daar dan een tekenfilmversie van ’20 000 mijlen onder zee’ bij. Dat vond ik een heerlijk duistere film en deze film staat op nummer één op mijn ‘films die ik op blu-ray of dvd moet kopen’-lijstje.

Toen ik iets ouder werd ging ik bijna wekelijks naar de hoofdbibliotheek in Sint-Niklaas. Dat is een zeer grote bib, met een mooie collectie boeken, cd’s en films.  Ik nam daar telkens enkele boeken, een hoop strips en een video mee. De bibliotheek was in mijn ogen een magische plek. Ik kon het eigenlijk niet vatten hoeveel materiaal daar moest staan. Ik vroeg me vaak af of ik in een postapocalyptisch tijdperk zonder mensen (behalve mezelf uiteraard) niet in de bibliotheek zou komen wonen. Materiaal om mij bezig te houden verzekerd.
Ik heb veel boeken uit de bibliotheek gelezen. Ik las alles van Marc De Bel, Paul Van Loon, Eddy C. Bertin, Patrick Lagrou enzoverder. Kippenvelboeken las ik ook, maar ik had het gevoel dat die mijn leeshonger niet bevredigden. Ik stortte mij dan maar op de stripmarkt, en verslond alles van Jommeke, Suske en Wiske, Kiekeboe, Urbanus, De Smurfen, maar ook onbekendere dingen zoals Kid Paddle en Khena en de Katamarom.
Degene die mij het meest beïnvloed heeft op muzikaal, literair en filmisch vlak is mijn broer. Met zijn acht jaren levenservaring mee schotelde hij mij alles voor wat in zijn ogen geschikt was voor een kind. Als mama en papa de deur uit waren duurde het dan ook niet lang of films zoals Jaws, Independence Day en Terminator verschenen op televisie. Ik was nog heel jong toen deze fenomenale films mij voor de ogen kwamen, en ik werd er op een manier sneller volwassen door. Ik was dan ook nog geen twaalf jaar toen ik mijn weg vond naar de volwassenenbibliotheek en daar boeken begon te zoeken.
Helaas, driewerf helaas, ik vond de boeken te moeilijk. De jeugdboeken waren te kinds voor mij, en de volwassenboeken waren nog net een brug te ver voor mij. Ik stond stil. Er was amper iets dat ik wilde lezen. Mijn toenmalige meester suggereerde dat ik eens enkele zwaardere boeken moest proberen. Hij schotelde mij ‘De wereld van Sofie’ voor. Tot op de dag van vandaag weet ik niet waarom hij dat deed. Ik heb het boek niet uitgelezen, en ben ook niet van plan om dit binnen afzienbare tijd te doen. Mijn moeder merkte dit ook op, en zij kwam met een gedwongen oplossing op de proppen. Op een dag lag er een boek van Harry Potter op tafel. Enkele dagen later reed ik naar de boekenwinkel om het volgende. Nog enkele dagen later haalde ik mijn spaarpot volledig leeg om het daaropvolgende te kopen. Harry Potter heeft mijn jeugd veel leuker gemaakt, en ik ben er J.K. Rowling eeuwig dankbaar voor.

Maar goed, Harry Potter hielp mij door donkere dagen, en toen de zon terug begon te schijnen was ik klaar voor het zwaardere werk. Ik ging naar de bibliotheek, en pikte daar lukraak wat boeken uit. Ik zal nooit vergeten dat ik ‘De man die werk vond’ van Herman Brusselmans in handen kreeg en het in een ruk uitlas. Vanaf dan kon ik door de grote bibliotheekpoort naar binnen. Ik las alles van Brusselmans, Stephen King, Mario Puzo, Willem Elsschot (ik gaf in het eerste middelbaar een boekbespreking over ‘Kaas’ af, en het zal denk ik eeuwig mijn favoriet boek blijven) en rolde via een tip op een heavy metalforum in de fantasyboekenkast. Ik verslond Tolkien en alle mogelijke boeken die door het duo Weis & Hickman werden geschreven.
Rond mijn 18de raakte ik ook zeer geïnteresseerd in andere soorten van geschrijf. Gedichten en liedteksten konden mij diep raken. Ik ben telkens weer geëmotioneerd door de gedichten van Herman Brood (schrijven kon die man voor geen meter, maar gevoelens op papier zetten, dat was een kolfje naar zijn hand) of de teksten van Axl Rose. Ik begon eindelijk te begrepen wat voor effect muziek op een tekst kon hebben. Een banale tekst kan zeemzoet gezever lijken, maar gezongen op muziek kan dat zoveel meer betekenen.

Vandaag de dag lees ik nog steeds veel boeken, maar ik laat mij liever verrassen door wat op mij afkomt. Ik schrijf suggesties van andere mensen op en lees die dan ook effectief. Soms gaat een wereld open, soms ben ik bitter teleurgesteld in wat voor sommigen een goed boek is. Ik hoop dat ik nog veel mooie boeken tegenkom en dat ik nog veel teleurgesteld word. Anders is het maar saai, en niets is leuker dan af en toe een boek op te hemelen of volledig met de grond gelijk te maken.
Joepie, ik lees graag boeken!

 

Daar ik niet helemaal tevreden ben over mijn fictieautobiografie (ik vind dat ze met haken en ogen aaneenhangt, maar in mijn geheugen zitten veel gaten) smijt ik er hier nog enkele aan mezelf gestelde vragen (gestolen uit de cursus) bij. Dat doet mij denken aan de vriendschapsboekjes van vroeger, en dat vind ik ook een fijne herinnering.

 

Wat zijn de vijf beste boeken die je ooit gelezen hebt? (in willekeurige volgorde)

Kaas (Willem Elsschot), De Siciliaan (Mario Puzo), Kieuwen ( Niccolo Ammaniti), De leerling (Stephen King), Het ei van Oom Trotter (Marc De Bel)

 

Wat is de beste tv-serie die je kent en wat de beste film?

The Simpsons en The Godfather

 

Heb je een favoriete auteur?

Willem Elsschot

 

Heb je een favoriete filmacteur?

Leonardo DiCaprio (Echt waar)

 

Heb je zelf weleens in een toneelstuk gespeeld?

Ja, het heette ‘het Dievenbal’ en ik speelde een butler. Tijdens een dansmoment was ik verkleed als een koe.

 

Wat is het eerstvolgende boek dat je wilt lezen?

De graphic novel van ‘Het Dwaallicht’.

 

Bij welk boek had je het grootste ‘wat heb ik nu in godsnaam eigenlijk zitten lezen’-gevoel?

‘Kieuwen’, van Niccolo Ammaniti, een aanrader! Vooral zeker eerst de achterflap lezen.