Ik durf eerlijk zeggen dat dit een van de meest bizarre boeken is die ik ooit heb gelezen. Hoe dit is kunnen uitgroeien tot een klassieker van formaat is mij een volledig raadsel. Nu goed, Jef Geeraerts is natuurlijk een geweldige schrijver die op veel vlakken gewaardeerd wordt, maar van zodra ik het boek uit het rek pakte fronste ik mijn wenkbrauwen. Een blote negerin (ik gebruik hier de term negerin, niet om denigrerend over te komen, maar wel omdat het boek dit zo voorschrijft) siert de cover, en dat is eigenlijk een vrij goede samenvatting van het verhaal.
Heel het verhaal draait om seks met zwarte vrouwen. Het hoofdpersonage is een typische kolonist. Een blanke met aanzien gaat naar Congo en doet daar eigenlijk vooral zijn zin. Het verhaal heeft, laat ons eerlijk zijn, weinig om het lijf. Het hoofdpersonage zoekt een goeie minnares, vindt ze, hij vermoordt ze min of meer en zoekt een nieuwe, die hij dan vindt en die op de koop toe goeie vriendjes wordt met zijn vrouw. Doorspek dat met zeer uitgebreide verslagen van zijn vele vrijpartijen en andere onlusten en je krijgt 'Black Venus'. Oh, en laat ons vooral niet de passage vergeten waarin hij zijn schaamluizen verdelgt met een portie DDT, geweldig!
Ik schreef daarnet al dat ik het echt een raadsel vond waarom het boek zo een klassieker is geworden. Mijn vader schoot mij bij deze vraag ter hulp. Toen dit boek uitkwam deden er enkel geruchten over de kwaadaardige kolonisten de ronde. Jef Geeraerts legde de vinger op de zere plek en bracht een verhaal naar buiten dat volgens velen de waarheid beschreef. Ook zijn durf (het boek werd verguisd door velen) om zo een rauw boek te schrijven zorgde voor populariteit. Twintig jaar na dit boek schreef Geeraerts 'De Zaak Alzheimer', een boek dat qua opbouw en verhaalinhoud veel 'literairder' en 'beter' is. De kracht van dit boek zit hem volgens mij in de tijdsgeest, wat ook meteen verklaart waarom ik het niet zo geweldig vind.